Samen de circulaire economie versnellen

20-01-2014

Bezoek Bertholt Leeftink, DG Bedrijfsleven & Innovatie Min EZ

Regionale clusters met mondiale slagingskans, investeringen vanuit Rijk en bedrijfsleven en de noodzaak van langetermijnbeleid. Hier volgt het verslag van het bezoek van een delegatie van het ministerie van Economische Zaken onder leiding van Directeur Generaal Bedrijfsleven & Innovatie Bertholt Leeftink aan de Green Chemistry Campus.

Biobased Delta: hét Europese cluster voor 'Agro meets Chemistry'

De bijeenkomst werd gestart door Willem Sederel, directeur Biobased Delta, die het gezelschap bijpraatte over de ontwikkelingen binnen dit netwerk van multinationals, MKB, overheden en kennisinstellingen in Zuidwest-Nederland. In Sederel's verhaal kwam duidelijk naar voren dat de ambities van de Biobased Delta, waar de Green Chemistry Campus deel van uitmaakt, zeker niet ophouden bij de Nederlandse grens en dat in een voortvarend tempo wordt gebouwd aan hét Europese biobased cluster waar agro en chemie samenkomen.

De hoge concentratie van zowel agrarische bedrijven als chemische industrie, de strategische ligging tussen twee wereldhavens plus een sterke logistieke sector maken deze regio aantrekkelijk voor wereldspelers om hun biobased activiteiten die een duidelijke link hebben met de agrarische sector hier te concentreren. Er wordt nu al intensief samengewerkt met België en ook Duitsland (o.a. Noord-Rijnland-Westfalen), Frankrijk (o.a. het IAR-cluster) en Finland (o.a. VTT) tonen interesse om samen op te trekken.

Focus, focus, focus: regionale clusters met mondiale slagingskans

Het geheim van de aantrekkingskracht van de Biobased Delta als hét Europese agro-chemie cluster, is het aanbrengen van focus. Dat betekent dat alle energie naar de volgende 3 speerpunten gaat:

  1. Groene bouwstenen > Biobased Aromaten
  2. Groene grondstoffen > Verwaarding (agro)reststromen
  3. Vergroening procesindustrie > Smart Delta Resources & Slim gas

In de visie van de Biobased Delta kunnen Nederland en Europa in de wereldmarkt alleen maar echt succesvol zijn als ze elkaar in de interne markt niet beconcurreren, maar juist versterken en aanvullen. Als regio's -zoals binnen het project 'Regions for Resource Efficiency, R4R'- samen kijken welke regio waar echt in uitblinkt, kan worden geprofiteerd van elkaars expertise en slagkracht. Zo ontstaan regionale clusters met een mondiale slagingskans. Het Rijk zou deze focus volgens de Biobased Delta in samenspraak met de EU kunnen faciliteren en stimuleren. 

Cross sectoraal & cross border

In de biobased economy is het dus zowel binnen Nederland als binnen Europa hard nodig om focus aan te brengen zodat topclusters mondiaal kunnen excelleren. Binnen het topsectorenbeleid zou het in de visie van de Biobased Delta juist goed zijn als ook over de grenzen van de individuele sectoren wordt gekeken. De 3 speerpunten van de Biobased Delta laten al zien dat de biobased economy niet op zichzelf staat; er zijn onder meer raakvlakken en overlappingen met energie, land- en tuinbouw, aquacultuur, bosbouw en natuurlijk de chemie.

Dit maakt het dikwijls lastig voor ondernemingen in de biobased economy om aansluiting te vinden op het topsectorenbeleid van het ministerie. Projecten zijn vaker wel dan niet crosssectoraal en ook steeds vaker grensoverschrijdend, terwijl subsidieregelingen vaak zijn toegespitst op specifieke vakgebieden en geografische grenzen. Een goed voorbeeld hiervan is de SDE-regeling (Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie) die specifiek gericht is op duurzame energie.

Cascadering: maximale verwaarding van biomassa

Er gaan steeds meer stemmen op die pleiten voor een regeling die het maximaal verwaarden van agrarische reststromen financieel stimuleert. Dus niet alleen biomassa vergisten en verbranden om energie op te wekken, maar eerst via bio-raffinage de waardevolle bouwstenen en groene grondstoffen eruit halen voordat tot verbranding en vergisting wordt overgaan. Een SDC (Stimuleringsregeling Duurzame Chemicaliënproductie) zou MKB-ondernemingen helpen om flinke stappen te zetten in een markt waarin het momenteel lastig is om private financiering te krijgen.

MKB'ers die zich op de Green Chemistry Campus gevestigd hebben en die afgelopen jaar gebruik hebben kunnen maken van een regeling vanuit het Rijk geven aan dat dat hen absoluut heeft geholpen om over het dode punt heen te komen waardoor ze nu succesvol kunnen werken aan hun veelbelovende biobased innovaties die ook weer andere ondernemers aantrekken en inspireren.

Green Chemistry Campus ontstaan uit 'Pieken in de Delta'

Paul Nijskens, directeur van de Green Chemistry Campus nam het stokje van Willem Sederel over om de aanwezigen te vertellen over het ontstaan, het heden en de toekomst van de Green Chemistry Campus: een incubator voor biobased ondernemers die de slagingskans op succesvolle biobased business vergroot.

Nijskens gaf aan dat de Campus is voortgekomen uit het programma 'Pieken in de Delta' van de overheid waarbij de vraag vanuit de industrie leidend was. In de rest van zijn presentatie kwam hij hier herhaaldelijk op terug om te benadrukken dat een initiële investering vanuit het Rijk ervoor heeft gezorgd dat de biobased economy in Zuidwest-Nederland kon groeien en dat dergelijke investeringen ook in de toekomst nodig zijn om kansrijke initiatieven die bijdragen aan een biobased economie te stimuleren. Dit vereist langetermijnbeleid doordat veel ontwikkelingen, zoals biobased aromaten, vragen om een langere horizon en forse investeringen voordat de markt kan worden betreden.

Speerpunt: open innovatie

Op dit moment is het Campus Innovation Center van de Green Chemistry Campus zo goed als vol en de eerste fase is dus een succes te noemen. Een van de speerpunten van de Green Chemistry Campus is dat wordt samengewerkt volgens het principe van 'open innovatie' waarbij spelers uit de gehele keten gezamenlijk R&D opzetten en daarbij de risico's en opbrengsten delen. Een goed voorbeeld hiervan is het Shared Research Center Biorizon dat onderzoek doet naar de technologische ontwikkeling van aromaten uit agrarische reststromen. Initiatiefnemers TNO, het Belgische VITO en de Green Chemistry Campus krijgen momenteel warme interesse vanuit zowel wereldspelers als het MKB om aan te sluiten op dit Shared Research Center dat de ambitie heeft om binnen 5 jaar tot de wereldtop te behoren.

Toekomst: demoruimte, regievoering & beschikbaarheid biomassa

Momenteel wordt op de Campus gewerkt aan een business plan voor de ontwikkeling van een demoruimte zodat ondernemers hun proces op kunnen schalen. Daarnaast blijft het nodig om te investeren in het faciliteren van samenwerkingen volgens het principe van open innovatie. De industrie staat hiervoor open, maar zeker in een vroeg stadium is een onafhankelijke regievoerder nodig die de samenwerking in goede banen leidt.

Als je kijkt naar IAR in Frankrijk of Holst in Eindhoven dat zie je dat het een aantal jaren kost voordat het 'staat', maar dat je met die initiële investering werkgelegenheid, innovatie en onderscheidend vermogen creëert voor de toekomst. Hier kan het Rijk de handschoen oppakken die het bedrijfsleven laat liggen, maar die wel noodzakelijk is om ons als Nederland internationaal op de kaart te zetten en te houden.

Tot slot is voldoende beschikbaarheid van geschikte biomassa een belangrijk aandachtspunt. We willen biomassa immers vanuit locale bronnen betrekken.

Meet & greet

Tijdens het bezoek was er ook een 'meet & greet' opgezet zodat Leeftink en zijn team de ondernemers van de Green Chemistry Campus konden ontmoeten. Vincent van Rijsewijk van Planty Pot heeft zijn Biobased Brigade onder de aandacht van het ministerie gebracht, Nettenergy heeft het belang van het optimaal verwaarden van biomassa benadrukt, BioTorTech heeft laten weten dat ze afgelopen jaar erg geholpen zijn met de stimuleringsregeling vanuit het Rijk. Daarnaast hebben ook Jos Lobee van DPI Value Centre en Murk van Rooijen van TNO kennisgemaakt met Leeftink en zijn team. 

Taskforce Biobased Economy

De middag werd afgesloten met de kick off van de Taskforce Biobased Economy. De VNCI en het ministerie van Economische Zaken hebben het initiatief genomen tot een landelijke biobased taskforce. Tijdens het bezoek van Leeftink werd de kick off gegeven van de regionale inbedding van Zuidwest-Nederland in dit verband.

Al met al was het een geslaagde middag waar de betrokkenen met voldoening op terugkijken.