Samen de circulaire economie versnellen

03-05-2018

BOB Debat: Chemie maakt het leven aangenamer

Petra Koenders, directeur Green Chemistry Campus, was onlangs te gast bij een Business Ontmoet Business (BOB) Debat van het platform Regio Business.

Nederland heeft een sterke chemische sector en speelt een leidende rol in de overgang naar een groene chemie. Duurzaam produceren, chemisch recyclen en biobased economy zijn uitdagingen voor de branche, die tevens ook economische kansen bieden. Door de hevige concurrentie staan ook efficiency en kostenbeheersing hoog op de agenda. Hoe zorgen Brabantse bedrijven voor een goede balans tussen milieu, veiligheid en innovatie? Welke kansen en bedreigingen zijn er voor de chemiebranche? We vragen het de elf deelnemers aan het BOB Debat.

Het BOB Debat vindt plaats op het hoofdkantoor van Baril Coatings in ‘s-Hertogenbosch, ontwikkelaar van innovatieve en duurzame oplossingen. Het bedrijf levert wereldwijd verf en coatings aan marine en offshore, OEM en metaalindustrie, staal- en utiliteitsbouw en schildersbedrijven. ‘Wat wij doen is in de basis al duurzaam; we zorgen ervoor dat materialen langer meegaan’, vertelt Joost Broeders, technisch directeur van Baril. Maar duurzaamheid zit ook verweven in het hele DNA van het bedrijf, zo blijkt tijdens de rondleiding. Het dak is voorzien van 1.026 zonnepanelen en in het spiksplinternieuwe lab wordt onder meer gewerkt aan de doorontwikkeling van de biobased verven en industriële coatings. Na een kort bedrijfsfilmpje en voorstelrondje is het tijd om over te gaan naar het BOB Debat dat wordt geleid door Leonie de Groot. Ze is benieuwd: ‘Wat verstaan de debatdeelnemers eigenlijk onder duurzaamheid en hoe passen ze dit toe binnen hun organisatie?’

Vies woord

Laurens Metternich van Spectro bijt het spits af: ‘Chemie is overal aanwezig; in je shampoo, nagellak en zelfs je eigen lichaam. Voor velen is chemie echter een vies woord. Toch wordt het gebruikt in veel duurzame oplossingen zoals verpakkingen om je eten langer te bewaren en veraangenaamd het je leven op vele manieren.’ Laurens produceert met zijn familiebedrijf professionele reinigingsmiddelen en investeert bewust in duurzaamheid. ‘We proberen de markt te verduurzamen, maar dat heeft echt tijd nodig. Daarom beginnen we waar onze impact het grootst is. We ontwikkelen steeds meer biobased en geconcentreerde producten.’ Ook de onderneming van Maarten Janus van Janus Vaten, vijfde generatie in het familiebedrijf, is actief op het gebied van duurzaamheid. ‘We zijn het enige bedrijf in de Benelux dat gereconditioneerde verpakkingen ophaalt en verkoopt. Jaarlijks zamelen we een miljoen verpakkingen in bij bedrijven, zoals de stalen vaten van Baril. Vervolgens kijken we hoe we deze verpakkingen kunnen verwerken en hergebruiken.’ Laurens vertelt dat hij niet alleen intern kijkt waar er groene winst te behalen is, maar ook bij zijn klanten. ‘Uiteindelijk is het belangrijk dat de eindgebruiker van onze producten de juiste doseringen hanteert. Iedere consument weet dat een druppeltje Dreft voor de afwas genoeg is, maar geeft uiteindelijk een flinke kneep in de fles.’ Om een dergelijke verspilling te voorkomen heeft Spectro een speciaal doseringssysteem ontwikkeld. ‘Als duurzaamheid en kostenbesparing samengaan, is dat voor onze klanten een win-winsituatie. En voor ons bedrijf een uitstekende manier om zich te onderscheiden.’ 

Meer met minder

Ook Baril leidt actief gebruikers op. ‘We benadrukken ze om onze technische instructies goed te volgen. Baril wil meer bereiken met minder; dus minder lagen en hoeveelheden verf om toe te passen.’ Ellen van Abeelen van TCI Cleaning reageert. ‘Duurzaamheid valt of staat uiteindelijk met het bewustzijn van mensen.’ Daar is Huub Kleintjes van Chemical Marketing Concepts het mee eens: ‘Zolang consumenten nog een kilo vlees voor een euro willen kopen, wordt de milieuproblematiek niet opgelost.’ ‘Als de eindconsument erom vraagt, komt pas de hele branche in beweging. Maar als er geen haan naar kraait, verandert er niks’, vindt Uwe Siebgens van Stahl Holdings. Petra voegt daaraan toe: ‘De plofkip is inmiddels verleden tijd. En ook op kledinggebied maken mensen steeds vaker bewustere keuzes.’ Huub vult aan: ‘Alleen op chemiegebied is de consument vaak nog onwetend; ze weten niet welke stoffen er worden gebruikt en welke impact deze hebben. Verfkwasten worden afgespoeld onder de kraan en chloor wordt gewoon doorgespoeld.’

Loos containerbegrip

Huub heeft enige moeite met het lukraak gebruik van de term duurzaamheid. ‘Het is inmiddels een loos containerbegrip geworden. Heel veel bedrijven roepen dat ze groen bezig zijn en leunen vervolgens achterover. Hierdoor vind ik het best lastig om duurzaamheid serieus te nemen.’ Joost sluit zich daarbij aan: ‘Als bedrijf hebben we daarom gekozen om volledige transparantie te bieden. Al onze certificeringen en  productinformatie hebben we op onze website geplaatst, zodat er ook een life cycle analysis gemaakt kan worden. Helaas zijn veel andere producenten en toeleveranciers nog te huiverig om hun data en informatie met concurrenten te delen.’ Henk Krols van BMD Advies Zuid-Nederland adviseert ondernemers op het gebied van milieuzaken. Het valt hem op dat juist familiebedrijven als Spectro, Janus Vaten en Baril Coatings vaak actief zijn op het gebied van duurzaamheid. ‘Dat doen zij vanuit een grote intrinsieke motivatie en behoefte aan continuïteit.’ Maarten beaamt dat: ‘We bestaan sinds 1870 en willen er over honderd jaar ook nog zijn.’

Mammoettanker

Raymond van Delden van Conferm powered by Remmers Bouwgroep is nieuwsgierig: ‘Laurens, hoe gaan jouw concurrenten om met het thema duurzaamheid?’ Laurens  reageert: ‘Zeer verschillend. Sommigen zijn al bezig met biobased, maar de grote marktpartijen zijn veelal net als een mammoettanker: zeer lastig om te draaien. Hopelijk  kan Europese regelgeving daarbij helpen, maar regelmatig staan duurzaamheid en veiligheid recht tegenover elkaar.’ Raymond stelt: ‘Je kunt in duurzaamheid voorop willen lopen, maar door de regelgeving in Nederland is het lastig concurreren met het buitenland.’ Fred Schiebergen van SoliPharma vertelt dat in zijn branche strenge regelgeving juist helpt om te verduurzamen. ‘Als farmaceutisch bedrijf moeten we ons tot op de gram verantwoorden over onze (rest)stoffen. Hierdoor is er amper sprake van waste.’ Henk stelt: ‘Wetten zijn niet gemaakt om te innoveren en te verduurzamen, maar om na te leven. Dat maakt verduurzamen soms lastig aangezien je vaak processen in je bedrijf verandert, waardoor het ook kan zijn dat je vergunningen moeten worden aangepast. Het is dan de kunst om het bevoegd gezag hieraan mee te laten werken. Als je zelf echt wilt, dan krijg je vanzelf iedereen mee.’

Olifantengras

Ellen heeft ervaring met vergunningsproblemen. Ze vertelt: ‘Voor de reiniging van RVS-buizen van een farmaceutische fabriek heb ik een speciale vergunning nodig om het materiaal te mogen ontvangen. Deze buizen zijn slechts twee uur op mijn terrein aanwezig, maar met het papierwerk zijn we al ruim anderhalf jaar bezig. Ook hier vinden we een oplossing voor.’ Petra Koenders van de Green Chemistry Campus heeft eveneens een voorbeeld: ‘Een bakje dat gemaakt is van olifantsgras komt helaas nog niet door de huidige wet- en regelgeving heen met betrekking tot specifiek gebruik van vleeswaren. Fruit en dergelijke zijn wel mogelijk. Olifantsgras staat nog niet op de lijst van toegestane stoffen van verpakkingen en daarom mag je dit nog niet gebruiken, terwijl het een uitstekende duurzame oplossing is. Daarom moet je ervoor zorgen dat je als bedrijf de juiste contacten hebt om wetgevers ervan te overtuigen dat de regels voor innovatieve, duurzame producten moeten worden aangepast. Dat is iets waar de Campus ondernemers bij helpt, maar dan nog kan het lang duren.’ Huub vraagt zich af: ‘Maar hoeveel startups hebben zo’n lange adem?’ Petra reageert: ‘Daarom verbindt onze campus grote bedrijven en startups met elkaar. De een levert de slagkracht, de ander de ideeën. Veel grote bedrijven spreken echter de mkb-taal niet; daar is waar wij als campus een rol in spelen.’ Volgens Petra is biobased geen doel maar een middel om te verduurzamen, naast bijvoorbeeld wind- en zonne-energie. ‘Recycling staat, net als het overstappen op hernieuwbare grondstoffen, bovenaan. Als je daarin stappen kunt zetten, valt er veel winst te behalen.’

Spekkoper

Edwin Vermeulen van Aerospace Propulsion Products ziet duurzaamheid vooral als een grote kans. ‘Als jij de slimste en de eerste bent met een duurzame oplossing, dan heb je een geweldige businesscase.’ Met zijn bedrijf is Edwin onder meer bezig met de ontwikkeling van brandblussystemen. ‘Deze worden in de toekomst populair, omdat halon vanaf 2040 nergens meer mag worden toegepast als blusmiddel. Onze uitdaging is: hoe kunnen we erop tijd bij zijn met een product, dat tegen die tijd is toegestaan. En wie bepaalt dan welke regels er gelden? Als we deze opgave als eerste voor elkaar krijgen, dan zijn we spekkoper.’ Ook tegen de nieuwe richtlijn PSG32 (explosieven voor civiel gebruik/bovengrondse opslag) loopt zijn bedrijf aan. ‘We werken in een niche: systemen en apparaten om ruimteraketten te lanceren. Deze algemene regels zijn voor ons vaak een  hele grote uitdaging om toe te passen.’ Joost vertelt dat Baril zich bij een landelijke werkgroep had aangesloten om mee te denken over de PSG15 richtlijn (opslag verpakte gevaarlijke stoffen), waar uiteindelijk ruim tien jaar aan is gewerkt. ‘We willen meedenken over wat deze richtlijn voor een verfbedrijf als de onze betekent. Door mee te denken en te discussiëren kun je als bedrijf invloed uitoefenen.’ Edwin: ‘Maar dan moet je als bedrijf wel de expertise in huis hebben en de middelen om iemand voor lange periode vrij te maken.’ Ook Petra loopt regelmatig tegen strenge veiligheidsregels aan. ‘De lijst met verboden middelen om te gebruiken of waarover wij ons moeten verantwoorden, wordt steeds langer vanwege drugslabs en terreurpreventie. Veiligheid moet boven alles gaan, maar we moeten niet volledig doorslaan.’ 

Imagoprobleem

Naast uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, innovatie en veiligheid loopt de branche tegen een ander probleem aan: te weinig nieuwe aanwas. Leonie is benieuwd hoe de debatdeelnemers hiermee omgaan. Ellen: ‘We komen in ons bedrijf echte doeners tekort. Daarom huren we regelmatig buitenlandse krachten in.’ Ook Maarten maakt daar gebruik van. ‘Nederlanders willen het werk simpelweg niet doen; we huren voor een groot deel Polen en Roemenen in. We proberen ze binnen te houden en investeren in hen: we bieden Nederlandse les en goede arbeidsomstandigheden.’ Petra vertelt dat ze lid is van een brancheorganisatie voor vrouwen in de techniek. Samen sparren ze over hoe de branche aantrekkelijker kan worden gemaakt voor vrouwen. ‘Maar ook de jeugd moet warm worden gemaakt. Basis- en middelbare scholieren kun je als bedrijf beïnvloeden. Ga stages aan, geef rondleidingen en laat zien wat je doet. Neem plaats in een adviesraad om aan te geven welke competenties je nodig hebt in de toekomst.’ Joost concludeert: ‘Alleen kun je geen deuk in een pakje boter slaan. Om de keten in beweging te krijgen moeten we het samen doen: (toe)leveranciers, klanten, overheid én onderwijs!’

Bron: Regio Business