Samen de circulaire economie versnellen

06-04-2016

4 vragen over de vergroening van de chemische sector

De volgende stappen zetten in het onderzoek naar bioaromaten en de bouw van proeftuinen. Green Chemistry Campus en Brightlands Chemelot Campus gaan er gezamenlijk mee aan de slag. De totale omvang van het zogeheten project SCeLiO-4B bedraagt 11,4 miljoen euro. Omdat vergroening van de chemische sector hoog op de agenda staat, geeft de Europese Unie 4,5 miljoen euro subsidie. Vier vragen aan Joop Groen van TNO.

Wat levert samenwerking op in dit project?

“Op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom werken TNO en VITO al enige jaren aan het Shared Research Programma Biorizon waarin we technologie ontwikkelen om uit plantaardig restmateriaal aromatische grondstoffen voor de industrie te maken. Dit vermindert de afhankelijkheid van aardolie, leidt tot minder CO2-uitstoot en biedt een winstgevend en duurzaam perspectief voor de chemische sector. TNO werkt hierin intensief samen met Avantium en WUR/FBR. Op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen wordt -in het programma Chemelot InSciTe- ook gewerkt aan biobased technologie. We hadden al intensief contact, maar met deze subsidie starten we het eerste grote gezamenlijke project. Daarin vervullen ook de mkb-bedrijven Progression Industry, Nettenergy, Savage Rivale en FlowID een belangrijke rol. Bovendien wordt het project gesteund door de provincies Limburg en Brabant. Shared research is een effectieve en efficiënte manier om aan dit soort technologieontwikkelingen te werken. Enerzijds door het bundelen van kennis en expertise, anderzijds door het delen van faciliteiten en benodigde investeringen.”

Wat is de huidige stand van zaken?

“In Biorizon hebben we een aantal theoretische routes uitgetest, zoals routes om suikers uit biomassa om te zetten naar furanen, een tussenproduct in de uiteindelijke productie van aromaten. Hierdoor weten we nu welke routes, ook economisch gezien, wel en niet werken. Verder vormden we sterke industriële clusters die actief meewerken en mee-investeren in de technologieontwikkeling. Aan de kant van de eindgebruiker zijn dat bijvoorbeeld grote nationale en internationale leveranciers van polymeren, coatings en hoogwaardige smeermiddelen. Aan de voorkant van de waardeketen, dus waar de biomassa vandaan komt, werken we samen in het project Waste 2 Aromatics. Daar onderzoeken we hoe heel specifieke organische afvalstromen als grondstof kunnen worden gebruikt. Die clusters langs de waardeketen hebben elkaar niet alleen nodig, ze versterken elkaar ook enorm.”

Welke stappen worden nu gezet?

“In het project SCeLiO-4B (suikers-, cellulose- en lignineopschaling naar biobased building blocks) gaan we aan de slag met het inventariseren, ontwikkelen, testen en opschalen van innovatieve processen, producten en bijproducten op het gebied van bioaromaten. Ook bouwen we proeftuinen voor opschaling, zowel bij InSciTe als op de Green Chemistry Campus. In onze projectaanvraag omschreven we heel duidelijk hoe we dat precies gaan doen en wat het oplevert. De Europese Unie beoordeelde die voorstellen op kwaliteit en industriële betrokkenheid. Daarop scoorden we heel hoog. Vandaar dat de subsidie werd toegekend. Verder bouwen we in Biorizon een goede octrooiportefeuille op rondom deze technologie. Zo zorgen we dat de partners van Biorizon vrijheid hebben om met de technologie te werken, waardoor ze een concurrentievoordeel kunnen ontwikkelen ten opzichte van de partijen die niet deelnemen.”

Hoe kunnen bedrijven zich aansluiten?

"Grootbedrijf, mkb, start-up; bedrijven die zich bezighouden met grondstoffen, omzetting van biomassa, technologie, halfproducten en eindproducten kunnen via de button ‘Join Us’ op de website Biorizon.eu lid worden van de online community en een eerste contact leggen. Ze krijgen in een vroeg stadium detailinformatie én kunnen het programma mede richting geven en prioriteiten bepalen. Daarna kan dit eerste contact uitgroeien tot werkelijke deelname in de projecten."

Bron: TNO TIME